Werkgevers opgelet! Juridisch advies inwinnen is goedkoper dan een onterecht ontslag.

Na meer dan een jaar procederen, ontvingen wij gisteren de uitspraak van de rechter die onze cliënt in het gelijk heeft gesteld. Een goede afloop voor onze cliënt met een bitterzoete nasmaak. Niet alleen omdat deze zaak bij onze cliënt en zijn (ex)collega’s tot veel emoties heeft geleid, maar ook omdat de procedure door de werkgever voorkomen had kunnen worden als de werkgever eerder juridisch advies had ingewonnen. 

 

Gisteren waren wij nog met een werkgever in gesprek die meende dat hij geen advocaat nodig had omdat er bij hem op de werkvloer zich geen conflictsituaties voordoen. De praktijk wijst echter anders uit. Immers een geëscaleerd conflict kost meer geld, tijd en moeite dan het voorkomen daarvan. Zo had de werkgever in kwestie er vandaag de dag ook anders voor kunnen staan. 

 

In deze zaak is onze cliënt samen met twee andere collega’s in mei 2020 ten onrechte ontslagen door een bekende autogarage hier op Curaçao, omdat de werkgever van mening was dat de werknemer werk weigerde. Werkweigering kan onder omstandigheden inderdaad leiden tot ontslag op staande voet, maar dat dient de werkgever dan wel hard te kunnen maken. 

 

Na de COVID-lockdown in mei 2020 keerden alle automonteurs weer terug naar de werkvloer. De monteurs dienden voorafgaand aan het hervatten van monteurswerkzaamheden hun werkstation schoon te maken. De volgende dag is onze cliënt weer aan het werk gegaan in de veronderstelling dat hij zijn monteurswerkzaamheden zou hervatten. Echter kreeg hij te horen dat hij deze werkzaamheden niet mocht uitvoeren.  

 

Na navraag bij zijn leidinggevende en HR werd hem niet duidelijk gemaakt wat hij dan wel moest doen. Geheel onverwachts werd hij diezelfde ochtend op staande voet ontslagen omdat de werkgever meende dat hij werk had geweigerd. De werknemer meende echter helemaal geen opdracht te hebben gehad en liet het er niet bij zitten.   

 

Aan het voorstel tot het treffen van een schikking gaf de werkgever geen gehoor, waarna voor de werknemer alleen nog de optie voor een procedure overbleef.   

 

Bij een ontslag op staande voet draagt de werkgever de bewijslast, over welke bewijslast niet lichtzinnig mag worden gedacht. Ook in deze procedure oordeelde de rechter dat de werkgever niet aan haar bewijsopdracht had voldaan. Dit had onder meer te maken met ons beroep op de onbetrouwbaarheid van de getuigenverklaringen en het feit dat de werkgever geen enkel ander bewijs kon overleggen waaruit de werkweigering van de werknemer zou blijken.  

 

Fast forward naar de uitspraak, heeft de rechter de werknemer gisteren in het gelijk gesteld met het gevolg dat de werkgever het volledige salaris en de vertragingsrente met terugwerkende kracht vanaf mei 2020 aan de werknemer verschuldigd is. Daarbovenop dient de werkgever ook nog een beëindigingsvergoeding te betalen of de werknemer na meer dan 1,5 jaar weer toe te laten tot de werkvloer.  

Over de auteurs

Didi Wildeman

Advocaat bij Wildeman Legal & Mediation | Lees andere blogs van deze auteur

Bradley Stuart

Paralegal bij Wildeman Legal & Mediation | Lees andere blogs van deze auteur
nl_NL