SVB: Het eenzijdig wijzigen van een arbeidsvoorwaarden

SVB

De Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) is op Curaçao belast met het uitvoeren van landelijke ziektekostenverzekeringen. Vanwege de financiële resultaten van 2020 en de economische situatie op het eiland, waarin de overheid gaat inkorten op de arbeidsvoorwaarden, is de SVB verplicht om inkortingsmaatregelen toe te passen. De directie heeft hierom aan de dienstgroepsleden gevraagd of zij zich kunnen vinden in het voorstel omtrent het inkorten op arbeidsvoorwaarden. De dienstgroepsleden hebben aangegeven hier geen bezwaar tegen te hebben. Bij brief van 19 januari 2021 heeft de dienstgroep aan het SVB-personeel het besluit meegedeeld. Op 22 mei 2022 heeft SVB medegedeeld dat de inkortingen ook voor het jaar 2022 en 2023 zullen gelden.

Van de 270 werknemers zijn 17 in verzet gegaan met de inkortingsmaatregelen. Een gesprek met de directie was het gevolg van dit verzet. Het verzet werd gestaakt. Echter, is op 13 oktober 2022 door een medewerker een verzoekschrift ingediend om voor recht te verklaren dat de SVB niet gerechtigd is om eenzijdig in te korten op de arbeidsvoorwaarden.

Op 21 februari 2023 heeft het gerecht zich over dit verzoek uitgelaten. Het gerecht heeft ter onderbouwing van haar oordeel een uitspraak van de Hoge Raad (Stoof-Mammoet criteria) in acht genomen. In de uitspraak van de Hoge Raad is een maatstaf geformuleerd over de bevoegdheid van een werkgever voor het wijzigen/aanpassen van de individuele arbeidsrelatie.

Het gerecht heeft bij de toetsing van de uitspraak van de Hoge Raad rekening gehouden met het feit dat de SVB zich al jaren in een verslechterende financiële situatie verkeerd, lang voor de COVID-pandemie.

Tijdens de pandemie heeft de Curaçaose regering beroep gedaan op Nederland voor begrotingssteun. Nederland heeft deze steun verleend op verschillende voorwaarden, waaronder de Landsverordening inkorting arbeidsvoorwaarden. Hieronder valt ook het SVB-personeel. Het is hierom duidelijk dat SVB zich aan deze bezuinigingsdoelstelling gebonden heeft geacht en het op deze wijze tot stand heeft willen brengen. Het gerecht heeft het onder de gegeven omstandigheden en het feit dat eigen personeel een overgrote deel van de administratiekosten vormen, het redelijk geacht dat de verplichte inkorting via het personeel moeten worden voldaan.

De directie van SVB heeft bovendien verschillende varianten om de bezuinigingsdoelstelling te realiseren, laten passeren. De overige maatregelen waren allen minder wenselijk geacht dan de maatregel waarvoor uiteindelijk is besloten.

Bovendien werd in 2021 SVB ook geconfronteerd met een eis vanuit de regering van Curaçao dat de beheerskosten van SVB met 23% moeten worden verlaagd. Aangezien de bezwaren tegen de maatregelen in 2021 waren verzet, heeft SVB besloten de maatregelen te verlengen voor 2022 en 2023. De ingevoerde maatregelen hadden namelijk effect.

Onder alle gegeven omstandigheden heeft het gerecht geoordeeld dat met de toetsing van de uitspraak van de Hoge Raad, de inkortingsmaatregelen kunnen worden doorstaan. Er is namelijk sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden. De al verslechterende financiële situatie van SVB was ten gevolge van de COVID-pandemie sterk aangetast, waardoor maatregelen onvermijdbaar waren. SVB heeft immers ook verschillende inkortingsmaatregelen afgewogen alvorens over is gegaan op het besluit. Bovendien stond de inkorting van arbeidsvoorwaarden binnen het erg brede kader van besparingsmaatregelen binnen SVB. Het gerecht acht het voorstel redelijk en is van oordeel dat aanvaarding redelijk van de werknemers kan worden verwacht. Vooral als er rekening wordt gehouden dat in 2022 de externe bezuinigingsdruk groter is geworden en de financiële positie van SVB niet is verbeterd. De verzoeken van verzoekster worden hierdoor afgewezen.

Wijziging van arbeidsvoorwaarden is en blijft een belangrijk onderwerp. Vooral door de COVID-pandemie, zien we dat veel ondernemingen, waaronder ook overheidsorganen, onder een financiële druk zijn komen te staan. Wanneer wel of niet de instemming van een werknemer vereist is voor wijzigingen die hen weer financieel raken, is steeds weer een afweging van alle omstandigheden van het geval. Van deze nodige afweging van belangen heeft deze uitspraak ons weer van bewust gemaakt.

De vindplaats van de volledige uitspraak is:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:OGEAC:2023:19

De vindplaats van de uitspraak van de Hoge Raad is:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:HR:2008:BD1847

pap