Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao wijst vordering tot schadevergoeding wegens verjaring af

Korte

In een recente uitspraak van ons Gerecht in eerste aanleg wordt de verjaring van een rechtsvordering weer eens onder de loep genomen. Meeste zijn bekend met de term verjaring. De problematiek die bij verjaring vooralsnog speelt is de vraag wanneer de verjaringstermijn begint te lopen (en dus eindigt).

In deze zaak vordert eiseres schadevergoeding omdat eiseres invalide is geworden en daardoor niet meer kan werken door een ongeval. Eiseres meent dat gedaagde (veroorzaker van het ongeval) in deze procedure aansprakelijk dient te worden gehouden voor de schade die hij aan eiseres heeft toegebracht. Dat gedaagde op de dag van het ongeval onrechtmatig heeft gehandeld staat vast. Gedaagde is derhalve in 2012 bij vonnis van het Gerecht in eerste aanleg strafrechtelijk veroordeeld.

Bij uitspraak van 13 februari 2023 wijst het Gerecht aan de hand van vaste rechtspraak van de Hoge Raad de vordering tot vergoeding van de schade van eiseres wegens verjaring af. In deze uitspraak overweegt het Gerecht, met inachtneming van vaste rechtspraak van de Hoge Raad, dat de verjaringstermijn is begonnen te lopen op de dag dat de benadeelde voldoende zekerheid heeft verkregen dat de schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van de betrokken persoon en dus niet op de dag dat de betrokkene bij vonnis (strafrechtelijk) is veroordeeld voor onrechtmatig handelen. Evenmin slaagt een beroep op de verjaringstermijn van 20 jaar oordeelt het Gerecht. Reden hiervoor is dat eiseres de in 2012 uitgesproken (strafrechtelijke) vonnis niet ten uitvoer heeft gelegd.

Het is goed om bedacht te zijn dat verjaring ertoe kan leiden dat je geen vergoeding meer krijgt, ook al bestond er voldoende grond voor toewijzing van de vergoeding.

Link: Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 13 februari 2023, ECLI:NL:OGEAC:2023:51